Omstreeks 1700: Langebaan spel Colf maakt plaats voor korte baan spel Kolf

Toen rond 1700 het colf-spel voor de omgeving (kerkruiten, ramen en omstanders) te gevaarlijk was geworden, werd het spel door het stadbestuur verbannen naar buiten de stadsmuren. Maar daarmee verloren de herbergiers hun klandizie, want de deur van de herberg was bij Colf gebruikelijk als eindpunt. Vandaar dat zij het Kolfen omarmden, dat naast (of in) de herberg gespeeld kon worden.

Kolfbanen waren oorspronkelijk niet overdekt, maar steeds vaker werden ze overkapt. De Kolfbaan in Wormer is in de tweede helft van de 19 eeuw overdekt nadat hij jaren als openlucht baan achter de herberg had gelegen. Dit geldt ook voor de kolfbaan in het Sint Eloyen Gasthuis in Utrecht, die ook eerst in de openlucht lag en daarna overkapt is.

Het kolfspel wordt gespeeld op een kolfbaan, meestal tussen 15 en 16 meter lang en ongeveer 5 meter breed, volkomen vlak en rondom afgezet met rabatten. Aan beide uiteinden van de baan staat op twee meter van de kant een paal schuin in de grond.
De gehele baan is vanaf de voorpaal verdeeld in 12 vakken. Tussen de palen vakken 1 t/m 6 en achter de achterpaal 6 kleinde vakken van 7 t/m 12. Deze vakken geven de puntenscore aan, dit is het vak waarin de bal eindigt bij de puntenslag.