Golfweetjes

Kennis van het HEDEN, door te putten uit het VERLEDEN. Wat weet U van ……

Rubriek waarin een hedendaags golfobject vanuit de golfhistorie wordt verklaard. Interessant om zelf te weten, nog leuker om het anderen te vertellen.

Wat weet u van…

DE GOLFBAL

Kennis van het HEDEN

Golfbal – Een golfbal is een bal met een doorsnee van 42,67 millimeter waarmee het golfspel wordt beoefend. 

De huidige generatie ballen bevat vaak een rubberen kern met daaromheen één of meerdere lagen synthetisch materiaal. De buitenkant van de bal (schil of cover) wordt van verschillende materialen gemaakt al naar gelang de behoefte van de speler.

Een hardere schaal zorgt voor minder spin dus meer richting, afstand, duurzaamheid, minder “gevoel” en een lagere prijs. Een zachtere schil zorgt voor meer spin, stuurbaarheid, minder afstand, snellere slijtage, meer gevoel en een hogere prijs.

Golfballen zijn in vele kleuren leverbaar, maar wit is nog steeds de meest gangbare kleur omdat deze op grote afstand het beste zichtbaar is. Iedere andere kleur absorbeert meer licht dan wit.

Het oppervlak van de bal is voorzien van ronde, ondiepe deukjes (de zogeheten dimples). Het aantal dimples in de bal en de vorm en de verdeling ervan beïnvloeden de luchtweerstand, waardoor de ballistiek van de golfbal verandert. De algemene regel zegt dat ballen met veel kleine dimpels hoger vliegen dan ballen met weinig grote dimples. Het aantal dimples kan variëren van 300 tot 812 stuks.

Door te putten uit het VERLEDEN

De bal is rond

We kennen waarschijnlijk allemaal wel verhalen over herders, die met hun omgekeerde staf tegen steentjes sloegen. Maar we laten het stenen tijdperk voor wat het was en richten ons op echte ballen, zoals die in stok-en-bal spelen werden gebruikt.

Houten bal

Voor zover bekend waren de allereerste ballen die in het colfspel werden gebruikt van hout. Althans in Nederland. En zolang het tegendeel niet is bewezen volgen ook wij deze algemene aanname. Of dat buiten Nederland ook in Schotland het geval was, daarvoor is geen overtuigend bewijs gevonden. De houten ballen waren vaak gemaakt van het zeer harde buxushout of beukenhout. Bomen uit het goede hout gesneden, die veel in Nederland voorkwamen. Ze waren glad en vlogen niet verder dan ongeveer 75 meter.

De stoet

Van oudsher was een stoet een van linnen (textiel) gewikkelde bal waarmede werd gesold (vergelijk voetbal). Deze stoet, hard maar veerkrachtig, werd ook voor het “sollen metten colve” (vergelijk hockey) gebruikt. Hoe de stoet in het colfspel zoals wij dat bedoelen past is niet erg duidelijk. Colf met een c geschreven, ter onderscheiding van het hedendaagse golf, dat in feite hetzelfde spelletje is.

Hairy bal

Maar al in de 15e eeuw werden er golfballen ontwikkeld van leer. Eerst nog gevuld met koeienhaar of stro, de hairy. De ballenfrutters uit Goirle werden er beroemd mee en voerden tot begin 17e eeuw massa’s van deze ballen uit naar Schotland.

Feathery bal

Later werden de leren ballen gevuld met gekookte samengeperste ganzenveren of kippenveren en geverfd. De pennebal in Nederland werd de beroemde featherie-bal. Drie stukjes rundleer werden aan elkaar genaaid en dan gevuld met de natte, langdurig gekookte veren. In één bal ging wel een hoge hoed vol veren. Als de bal gevuld was werd het laatste stiksel gesloten met een vierde stukje leer en nat in een ronde vorm gehamerd of geperst en daarna gedroogd. Door drogen zetten de veren uit terwijl het leer kromp. Zo ontstond er een keiharde bal.
Deze featherie-ballen waren erg duur, want het proces was tijdrovend. Een ballenmaker kon hooguit drie tot vier ballen per dag maken. Daarnaast gingen ook deze ballen niet lang mee en waren ze vrijwel niet te repareren. Toch was deze bal meer dan drie eeuwen de standaard. Je kon er wel 180 meter ver mee slaan.
Omdat deze ballen zo duur waren, duurder nog dan een golfstok, zelfs duurder nog dan een caddy, wilde men ze ook niet graag kwijtraken. Beter dan een bal kwijt te raken kon je twee caddies inhuren, één om de stokken te dragen en één, die je vooruit stuurde om te kijken waar je bal terecht kwam, de zogenaamde fore caddy.
Vóór men ging slaan waarschuwde men eerst door hard naar hem te roepen: “Fore! Caddy.” Dat betekende voor hem dat je ging slaan en dat hij moest opletten waar de bal neerkwam.

Gutta Percha-bal

In de zoektocht naar goedkopere ballen vond Robert Adam Patterson in 1848 de “gutty” uit, een bal van gutta percha, het sap van de gelijknamige rubberboom uit met name Maleisië. Aanvankelijk leek het een grote mislukking te worden, de ballen vielen na enkele slagen al uit elkaar, maar uiteindelijk ontwikkelde zijn broer een bruikbare guttie-bal. Deze guttie was in het begin nog glad.

Bramble

Maar al snel ontdekte men dat de door het slaan veroorzaakte deukjes de balvlucht positief beïnvloedden. Men begon deze opzettelijk met een mes, hamer of beitel op nieuwe ballen aan te brengen. Deze ballen werden “Brambles” genoemd: bramen vanwege de gelijkenis met dit fruit. Maar zoals gezegd vielen deze ballen bij het slaan nog wel eens uiteen. Daarom had men een regel gemaakt dat je een nieuwe bal mocht plaatsen op de plek waar het grootste gedeelte van de stukgeslagen bal lag.

Haskell-bal

Rond 1900 was er een nieuwe ontwikkeling door de Amerikaan Coburn Haskell, die een bal uit twee gedeelten ontwierp: de eerste two-piece bal, die het golfspel wezenlijk zou veranderen. De Haskell bal bestond uit een rubberen kern omwikkeld met rubberen draad.

Two-piece ball

In de jaren 60 van de 20e eeuw vond men nieuwe materialen en betere kunstharsen en de tegenwoordige ballen hebben twee, drie of zelfs vier lagen en voor elk type speler is wel een geschikte bal te vinden.

Zie ook de collectie Golfballen:

Golfballen

Wat weet u van…

DE KREET: FORE

Kennis van het HEDEN

Fore – verplichte uitroep ter waarschuwing als de bal fout wordt gespeeld en de richting van andere speler (of toeschouwer) uitgaat.

Ook wel gebruikt om aandacht te vragen, bv. voor een spreker of bij een prijsuitreiking.

Door te putten uit het VERLEDEN

“Fore ! Caddy !”

Omdat rond het jaar 1.400  feathery ballen zo duur waren, duurder nog dan een golfstok, zelfs duurder nog dan een caddy, wilde men ze ook niet graag kwijtraken. Beter dan een bal kwijt te raken kon je twee caddies inhuren, één om de stokken te dragen (tassen kwamen pas later) en één, die je vooruit stuurde om te kijken waar je bal terecht kwam, de zogenaamde fore caddy. Vóór men ging slaan waarschuwde men eerst door hard naar hem te roepen: “Fore! Caddy.” Dat betekende dat hij moest opletten waar de bal kwam.

Flying Object

Toch komt daar waarschijnlijk niet de in het golf bekende waarschuwingskreet “Fore!” vandaan. En het betekent ook niet Flying Object Returning to Earth.

“(be)ware before”

De meest aangehangen verklaring is de John Knox story uit de 16e eeuw. Toen stonden bij de oost poort van het plaatsje Leith in Schotland twee kanonnen die dienden als verdediging tegen ‘Engelsen en ander gespuis’. De oost poort keek uit over links, een stuk grond waar golfers speelden, die zowel op het gebied van politiek als op het gebied van golf veel invloed hadden.

Als de kannonniers in de verte verdachte figuren zagen opdoemen riepen ze naar de verdedigers bij de poort en naar de golfers op de links “(be)ware before” (kijk uit, daar van voren) waarna de verdedigers zich plat op de grond wierpen. Daarna klonken de kanonschoten. Bij de golfers is het afgekorte fore zo blijven hangen als waarschuwing en door hen verder verspreid over Schotland. Van daar uit verder over de rest van de wereld.

Wat weet u van…

EEN LINKS BAAN

Kennis van het HEDEN

 Links – De naam voor een golfbaan die gelegen is in het schrale en onvruchtbare, soms lichtelijk zilte zand- en duingebied, pal achter de zee. De oudste Schotse golfbanen waren linksbanen.

Door te putten uit het VERLEDEN

De herkomst van de naam “links” wordt nogal eens verkeerd uitgelegd als zou het te maken hebben met het woord “link” dat schakel betekent. Waarschijnlijk ook omdat de vroege banen in Schotland zoals St Andrews inderdaad de holes aaneen geregen legden. Nog steeds spreekt men van “Oudward nine” en “Inward nine”.

Maar “Links” in golf komt van het Oud Engels “hlinc” wat een landrug of een oever betekent. Uit de ijstijd waren aan de kust kiezelachtige bodemstructuren overgebleven waar na erosie, groeisel ontstonden. Vooral een taai zoutrijk soort gras “fescue” dat bleek uitstekend gras te zijn, maar alleen voor schapen.

Bijna al dit land was gemeenschaps land zonder specifieke eigenaar. Land dat begraasd was groeide slechts langzaam weer aan. En op dat land begon Links golf dat altijd een eigen karakter zou houden. De bodem liet water gemakkelijk door, terwijl het voldoende vocht vast hield voor de groei van het fescue gras. Ideaal dus. Dat wil zeggen, als het kort was. Door het brede blad is fescue gras een nachtmerrie om uit te slaan.

Er bestond geen uitgezette baan of parcours, men nam het zoals het kwam. Of zoals men nog altijd kan lezen in boeken over baanaanleg: de eerste golfbaan architect was God.

Maar toen golf populairder werd kwamen bepaalde stukken grond in aanmerking om bijna uitsluitend voor golf gebruikt te worden. Vooral langs de Engelse kust. Het gras diende dan wel met de hand wat kort gehouden te worden, omdat de schapen dat niet meer deden. En dat was een heel werk.

Het had dan ook een opluchting moeten zijn toen in 1830 de maaimachine werd uitgevonden. Nog door paarden getrokken natuurlijk. Maar merkwaardig genoeg bleef men toch op de links vasthouden aan met de hand maaien: met de zeis dus. Pas in 1980 werd op de Elie golfclub in Schotland maaien met een machine ter hand genomen.

Bij ons in Nederland komt de 9-holes baan van de Domburgsche Golf Club het dichtst bij de oervorm van de links.

Wat weet u van…

EEN PAR

Kennis van het HEDEN

PAR is de score die van een excellente of scratchspeler op iedere gegeven hole verwacht mag worden. Een score in par betekent eigenlijk niets meer of minder dan het, onder normale condities, foutloos spelen van de hole.

Daarbij wordt dan op een par-3 één slag naar de green berekend, twee slagen op een par-5, drie op een par-5 en, eenmaal op die green aanbeland, niet meer dan twee putts per hole.

Zo zou PAR kunnen slaan op Professional Average Result, wat wel wordt gedacht. Maar niets is minder waar.

Door te putten uit het VERLEDEN

Het woord par is afgeleid van het Latijnse woord voor gelijk.

Groundscore

In de tijd van Pieter van Afferden (rond 1550) waren er echter nog geen mooi aangelegde banen met een standaard voor goede golfers. Men moest gewoon doorspelen tot er werd uitgeholed.

Tot Hugh Rotherham, secretaris van de Coventry Golf Club het in 1890 een goed idee vond om voor elke te spelen hole het aantal slagen vast te stellen dat een goede golfer zou behoren te halen. Hij noemde dat de ‘ground score’. Dr. Browne, secretaris van de Great Yarmouth Club nam dit idee over en met instemming van de club golfers werd een standaard vastgesteld voor gebruik in de match play competitie.

Bogey-score

Tijdens een competitiedag viel Major Charles Wellman uit naar Dr. Browne: “This player of yours is a regular Bogey man”. Waarschijnlijk refererende aan een in die tijd zeer populair gelijknamig Edwardian music hall lied “Hush! Hush! Hush! Here Comes the Bogey Man”.

Een ‘bogle’ was voor die tijd al een Schotse boze geest en een Bogey-man, een boeman, was een alom gebruikte term voor een boze geest of duivel. Golfers vonden dat ze tegen een Mister Bogey speelden wanneer ze hun eigen score afzetten tegen de standaard van de baan. En zo was de weg open voor bogey competities, de latere handicap of stableford competitities. En zo werd in Yarmouth en elders de ground score bekend als de bogey score.

PAR-score

Naarmate het golf zich ontwikkelde en spelers verder gingen slaan werden de scores allengs beter en goede golfers en professionals haalden regelmatig betere scores dan de bogey score.

De Amerikanen zeiden dan ‘par’ tegen de speler wat ‘goed’ betekende. Zij sloten met hun afstanden beter aan bij de praktijk dan de Britse bogey standaard, die niet meer voldeed voor professionals. De Amerikanen begonnen een bogey als één boven par te benoemen, overigens tot groot ongenoegen van de Britten. In 1914 echter kwamen stemmen op om de standaard gelijk met de Amerikanen aan te passen en in 1925 was het zover.

Wat weet u van…

DE TEE-BOX

Kennis van het HEDEN

Bij golf is de tee (ook wel tee-box genoemd) de plaats vanwaar de eerste slag (drive of afslag) voor de hole wordt gespeeld.

Meer specifiek: de  tee-box is het, door middel van twee links en rechts geplaatste merktekens (markers) en het door niet meer dan twee stoklengtes naar achteren, visueel bepaalde en gemarkeerde,  rechthoekige gebied waarbinnen mag worden afgeslagen. Dat wil zeggen: de bal dient binnen die grenzen opgeteed te worden (op straffe van 2 strafslagen), want de speler zelf kan en mag zijn stand ook buiten dat gebied innemen. De tee markers mogen op de afslag tee-box niet worden verplaatst (eveneens op straffe van twee strafslagen).

Een tee is ook een houten of plastic pinnetje waar de bal op gelegd wordt om hem daar vervolgens af te slaan. Dit heet opteeën.
Het gebruik van een tee is in principe alleen toegestaan op de teebox, tenzij opteeën door de baan is toegestaan of zelfs verplicht ter bescherming van de baan.
In een bunker of buiten de fairway (in rough of hindernis) is het gebruik van een tee niet toegestaan. Na het slaan dient de gebruikte tee door de speler te worden weggehaald, ook als deze is stukgeslagen.
Een standaardtee is 2 1/8 inch of 5,4 cm lang, maar langere en kortere tees zijn toegestaan naar gelang de wensen van de speler. 

Door te putten uit het VERLEDEN

De geschiedenis van de tee dateert al vanaf de 15e eeuw.
Zelfs in de begindagen van golf vonden spelers het gemakkelijker om de bal van een kleine hoogte af te slaan dan direct van de grond. Men maakte daarvoor aan het begin van een hole met de handen en wat nat zand een hoopje, waarop de bal kon worden geplaatst. Met een natte doek werden de handen weer schoon geveegd.

De naam tee is afkomstig van het Nederlandse tuitje, zoals het zandhoopje in Nederland werd genoemd. Deze praktijk heeft ruim drie eeuwen stand gehouden alvorens er in de 18e eeuw verandering in kwam.

Het zand voor de tee van de volgende hole was afkomstig uit het gegraven kuiltje van de vorige hole, waar men de bal in moest slaan.
Zo lezen we in een van de 13 originele golfregels van 1744: ‘Your Tee must be upon the Ground’. De spelers mochten dat doen binnen een stoklengte van de oorspronke lijke hole en met gebruikmaking van de daar aanwezige grond.
Het was de dokter John Rattray die, om een eerlijk spel te krijgen, deze regels had opgesteld ter gelegenheid van een golftoernooi op de links van Leith, waaraan meerdere deelnemers meededen.

Naarmate het spel zich verder ontwikkelde ontstond de behoefte om het uitholen en het afslaan op gescheiden plekken te laten plaats hebben en zo ontstonden aparte teeing grounds en putting areas. De eerste golfbaan die dit had was St Andrews na een vernieuwd ontwerp van Old Tom Morris in 1875.

In RULES FOR THE GAME OF GOLF as it is played by the Royal & Ancient Golf Club of St Andrews over the Links van september 1875 lezen we:

The ball must be teed not nearer the hole than eight nor farther than twelve club lengths, except where special ground has been marked by the Conservator of the Links, which shall be considered the ‘teeing ground,’ and the balls shall be teed within, and not in advance of, such marks.

Omdat het zand nu niet meer van de plek zelf kwam werd het bewaard in een metalen bak, waar de golf term tee-box vandaan komt.

Voor veel golfers werd deze procedure te omslachtig en men ging al vroeg op zoek naar een draagbare vervanger van het hoopje zand of aarde.
Er volgden een aantal ontwerpen en evenzovele patenten, de eerste uit 1889.

Van T-tees van Bloxsom en Douglas, die op de grond werden gelegd (1889) tot T-tees, die in de grond konden worden gestopt, zoals de “Perfectum” van Percy Ellis uit Surrey (1892) en de “Victor” tee van de Schot Premier Matthews (1897), en ook daarna waren er nog een aantal uitvindingen, o.a. van Dr. George Grant (1899).

Maar geen ervan kon echter de oude traditie van het stapeltje zand vervangen.
Tot in 1920 Dr. William Lowel, een tandarts uit Maplewood, New Jersey, op het idee kwam van een berken houten tee, die later de standaard werd, de “Reddy Tee”.

En daarmee verdween de oorspronkelijke Tee-box voorgoed.

Wat weet u van…

DE SCRATCH SPELER

Kennis van het HEDEN

De Scratch speler is de golfer die geen handicap heeft, handicap 0 dus, en “van scratch” speelt.

Door te putten uit het VERLEDEN

Starting from scratch betekent in alledaags Engels zoiets als, van niks aan beginnen. Een architect die een huis moet ontwerpen: has to start from scratch, het eerste lijntje moet nog gezet worden.

Er wordt echter ook wel gezegd: Is he up to scratch? Ofwel: kan hij het wel aan? Dit laatste nu wordt verondersteld de oorsprong te zijn van “scratch” in golf: “Is he/she up to scratch voor de baan”.

Maar hoe komen we nu aan die term. Want in de matchplay dagen was er helemaal geen standaard score voor een baan en was de term dus overbodig. Zoals met veel andere uitdrukkingen zijn er meerdere verklaringen, maar wij vinden de volgende het meest waarschijnlijk:

Zo in de vroege 1800 jaren werden er in Engeland veel bokswedstrijden gehouden. “Knuckle fights” werden ze genoemd, omdat er met blote vuisten werd gestreden. Er bestonden nog geen regels en er werd gevochten tot één van beiden niet meer kon.

Om nu vast te stellen of iemand nog redelijk in staat was zich te verdedigen, hanteerde men de volgende norm. Voordat het gevecht begon (gewoon ergens buiten, er was nog geen ring) trok men een streep op de grond: “de scratch”.

Daarvandaan liepen de tegenstanders naar de plaats waar het gevecht plaatsvond, een twintigtal meters verderop. Wanneer één van beiden werd neergeslagen, moest hij van de scheidsrechter opstaan en naar de “scratch” lopen. Als hij die lijn kon aanraken was hij nog in staat verder te vechten. Als hij dat niet haalde “was hij niet up to scratch“. Niet opgewassen tegen de tegenstander dus.

In golf ben je dan niet opgewassen tegen ons aller tegenstander: DE BAAN !

Wat weet u van…

DE MULLIGHAN

Kennis van het HEDEN

Mullighan – Alleen op afspraak tussen de spelers van een partij, alleen op de eerste hole en uitsluitend als het om een vriendschappelijk partijtje gaat, kan er afgesproken worden dat als de eerste drive wordt gemist er een tweede kan worden geslagen, waarbij beide slagen dan als één tellen.

Door te putten uit het VERLEDEN

Van de term Mullighan staat niet helemaal vast waar hij vandaan komt, maar een bekende anekdote is er wel van overgebleven.

Begin vorige eeuw werden er in Amerika een stijgend aantal golfbanen aangelegd. Meestal door geïmporteerde Schotse golfspelers. Vooral in het Zuiden was uiteraard erg veel land beschikbaar nadat de burgeroorlog van 1860 veel van de vroegere land aristocratie opzij had gezet.

In die periode kwamen veel Ierse immigranten naar de USA vanwege de uitgebroken hongersnood in Ierland. Maar niet alleen volksverhuizers. Ook landeigenaren die het Engelse regime niet langer pruimden. Een van hen vestigde zich in een van de zuidelijke staten en werd succesvol katoenplanter. Hij had echter ook de golfsport meegebracht en liet op zijn land een eigen golfbaan aanleggen. In dit geval was de Ierse landeigenaar een zekere Colonel Thomas Mullighan. Een wat driftige en kort aangebonden persoonlijkheid die niettemin graag gasten had.

Wanneer zij gezamenlijk een partij golf speelden vond men het vanzelfsprekend dat de Colonel als eerste afsloeg. Deze was echter een beter militair dan golfspeler geweest en zijn afslag ging menig maal de diepe rough in. Het was zijn gewoonte dan kalm een nieuwe bal neer te leggen en daarmee verder te gaan. Niks provisional. En niemand haalde het in zijn hoofd de eerste slag te tellen.

Dit werd natuurlijk algemeen bekend en zodoende ontstond de gewoonte om wanneer iemand ook elders zijn eerste afslag miste met een knipoog te zeggen: …. “Een Mullighan misschien ?”.

Wat weet u van…

STABLEFORD

Kennis van het HEDEN

Stableford – Stableford is het puntentellingsysteem dat het mogelijk maakt om spelers van verschillende niveaus eerlijk en gelijkwaardig tegen elkaar te laten spelen. Stableford puntentelling zorgt er voor dat een slechte score op bepaalde holes minder zwaar meewegen in de einduitslag.

Per gespeelde hole kun je punten verdienen. Hoe beter je scoort, hoe meer punten je verdient. Bij een stablefordwedstrijd is het aantal slagen dat je over een hole mag doen afhankelijk van je handicap. Hoe hoger je handicap, hoe meer slagen je over een hole mag doen. Hoe lager de handicap, hoe minder slagen je ‘cadeau’ krijgt.

Door te putten uit het VERLEDEN

Wie denkt of misschien ooit gedacht heeft dat de uitvinder van het populaire Stableford-scoringsysteem een slechte golfer was, heeft het goed mis.

De Engelsman Frank B. Stableford was namelijk niet alleen chirurg, hij was rond de eerste decennia van de 20e eeuw ook een golfer met een handicap van plus 1 …! Hij heeft het scoringsysteem dat zijn naam draagt en dat in mei 1932 voor het eerst op de Wallasey Links in het Engelse Chestire in wedstrijdvorm werd uitgetest, dus niet voor zichzelf maar voor alle mindere golfgoden onder ons uitgevonden.

Immers: kon je het vroeger – en nu trouwens nog – met een 10 op de kaart wel vergeten, onder het Stableford-puntensysteem hoeft dat niets uit te maken. Sterker nog: met één of meer strepen op de kaart kun je de wedstrijd zelfs nog rustig winnen. Stableford ging namelijk niet van het aantal slagen per gespeelde ronde uit (zoals de Strokeplay-wedstrijdvorm) , maar van het punt of de punten die je door middel van dat aantal slagen op iedere afzonderlijke hole verdienen kunt:

Wat weet u van…

DROPPEN

Kennis van het HEDEN

Droppen – De bal uit de hand loslaten zodat deze door de lucht valt, met de bedoeling dat de bal in het spel komt. Bij het droppen moet de speler de bal loslaten op kniehoogte en wel zodanig dat de bal:

  • Recht naar beneden valt, zonder dat de speler hem gooit, draait of rolt of enige andere beweging gebruikt die zou kunnen beïnvloeden waar de bal tot stilstand komt.
  • Nergens het lichaam of de uitrusting van de speler raakt voordat hij de grond raakt.
Door te putten uit het VERLEDEN

Een charmant, maar geëvolueerd fenomeen is het old fashioned droppen van een bal. Gedropt wordt er nog steeds, maar sinds 2019 gebeurt dat vanaf kniehoogte door de speler zelf die daarbij zijn knie niet dichter bij de grond mag brengen dan wanneer hij rechtop staat.

Maar daarvóór heeft het droppen al heel wat meegemaakt. In 1545 werd er nog niet gedropt: men moest de bal spelen zoals hij lag. Was dat onmogelijk, dan was daarin niet voorzien, althans niet in de regels zoals die door het Tyrocinium van Pieter van Afferden tot ons zijn gekomen. Zelfs in 1744 maakte men zich in Leith nog niet druk om de manier waarop gedropt moest worden. Het spel moest doorgaan, dat vond men het belangrijkste. In 1765 mocht op St. Andrews de bal uit het water worden gehaald en ten minste 5 meter achter de hazard worden gegooid.

Maar in de loop van de geschiedenis werd het droppen steeds verder verfijnd. En telkens probeerde men er een element van eerlijke onvoorspelbaarheid in aan te brengen. Zo moest in 1773 de bal door de tegenpartij worden gedropt. In 1776 moest de speler het weer zelf doen, maar dan door de bal over zijn hoofd naar achteren te gooien. In 1807 moest de speler de bal over zijn schouder achter zich laten vallen en in 1839 wees men daarvoor de rechterschouder aan. De speler moest daarbij beslist met het gezicht naar de hole staan.

Op een gegeven moment deed dat laatste er weer niet toe, als de bal maar binnen het aangewezen gebied de grond raakte. Vaak ging het om centimeterwerk, want dichter bij de hole mocht toen ook al niet. Maar hoe vergewis je je daarvan als de bal achter je rug neervalt? Daarom moest er vanaf 1984 door de speler zelf worden gedropt: rechtopstaand, de bal op schouderhoogte en met gestrekte arm vasthoudend om deze vervolgens te laten vallen. Op deze wijze was precies te bepalen op welke plaats de bal eventueel geplaatst moest worden als dat nodig was.

(Bron: 100 jaar golf in Nederland). 

Wat weet u van…

DE STYMIE

Kennis van het HEDEN

Stymie – De stymie, een typisch in golf ontstaan woord, dat betekent: het voorkomen of belemmeren van de voortgang van een golfbal die naar de hole gaat (volgens een woordenboek uit 1857).

De stymie was een strategische bal in matchplay, maar is wereldwijd in 1951 afgeschaft.
In het huidige golf is het verplicht een bal die in de weg ligt te markeren en tijdelijk weg te nemen. Zelfs een marker die op de green in de weg ligt, moet desgevraagd een puthoofdlengte naar links of naar rechts worden verplaatst, om daarna weer te worden teruggeplaatst.

Door te putten uit het VERLEDEN

De blokkade van een bal werd een stymie genoemd als twee ballen in een directe lijn van elkaar, maar met tenminste 6 inch ertussen, op de putting green lagen. Was er minder dan 6 inch ruimte tussen de ballen, dan werd de blokkerende bal wel opgetild omdat de ruimte dan te klein werd geacht om om de blokkerende bal heen te kunnen spelen.

Het woord ‘stymie’ komt oorspronkelijk van het Nederlandse ‘stuit mij’, ofwel het stopt mij, en is een zoveelste voorbeeld van de invloed van het vroege golf uit Nederland op het latere mondiale golf.

Al in het midden 18e, begin 19e eeuw ontwikkelden zich regels rond de stymies. De stymie was van oudsher een strategische bal in matchplay waarbij golfers hun bal zo probeerden te spelen dat deze in de lijn van de putt van hun tegenstander kwam te liggen.

Bij een stymie kon de blokkerende bal niet worden verplaatst. De speler die verder van de hole lag, en dus aan de beurt was, moest er een weg omheen of overheen zien te vinden. Onmogelijk? Kijk dan maar even naar https://youtu.be/0wJbD_w0TaI

Kon de stymie dus daadwerkelijk met opzet “geplaatst” worden, onopzettelijke stymies kwamen het meeste voor en de tegenstanders van de stymie kregen langzaam maar zeker de overhand. Nadat de R&A de stymie in 1833 voor een proefperiode van een jaar verbannen had, besloten R&A en USGA gezamenlijk de stymieregel in 1951 voor eens en altijd te schrappen.

Wat weet u van…

DE BIRDIE

Kennis van het HEDEN

Birdie – Een birdie is de algemene term voor een score van één onder par op een hole. Het wordt op de scorekaart vaak aangegeven door de score te omcirkelen.
Op leadingboard en (digitale) score borden worden slagen onder en boven par vaak met een kleur aangegeven.

Door te putten uit het VERLEDEN

Vroeger was er geen standaard voor de baan. De plekken waar werd gegolfd leenden zich daar ook niet echt voor. Maar naar gelang er heuse golfbanen kwamen kon men beter inschatten wie goed speelde en vooral constant goed.
Zo kwam in 1890 Mr. Hugh Rotherham, secretaris van de Coventry Golf Club op het idee om het aantal slagen dat een goede golfer nodig had om een bepaalde hole te spelen te standaardiseren en hij noemde dat de ‘ground score’.

Dat idee werd overgenomen door Dr. Browne, secretaris van de Great Yarmouth Club en met instemming van de leden ingevoerd voor gebruik in de match play competitie.
Tijdens zo’n competitiewedstrijd verzuchtte Major Charles Wellman tegen Dr. Browne over zijn tegenstander: “This player of yours is a regular Bogey man”.

Vanaf dat moment was bogey de ground score. Later, in het midden van de 20e eeuw werd par de standaard en werd bogey de term voor één boven par (zie verder bij: Wat weet u… van Bogey).

In Amerika, waar ‘par’ al veel eerder de standaard was voor goede golfers, gaat het volgende verhaal:
In 1898 of 1899 (Atlantic City County Club noemt zelfs 1903) speelden de broers Ab en William Smith en hun vriend George Crump de par-4 tweede hole op Atlantic City CC. Toen Ab zijn tweede slag had geslagen eindigde zijn bal op slechts een paar inches van de hole. Verrukt riep hij uit: “That was a bird of a shot!”. En hij vond dat hij dubbel geld zou moeten krijgen als hij de hole één onder par zou winnen. De andere spelers gingen hiermee akkoord en Ab won de hole inderdaad met één onder par. Sindsdien noemden de drie een score van één onder par een ‘birdie.

Een birdie is dus geen vogel, maar de term komt uit het vroeg 20e eeuwse Amerikaanse slang waar ‘bird’ de betekenis heeft van ‘iets excellents’.
De term ‘birdie’ kwam pas in 1913 overwaaien over de Atlantische Oceaan en Bernard Darwin schreef in het september nummer van Country Life over zijn bezoek aan de USA:
“It takes a day or two for the English onlooker to understand that … a ‘birdie’ is a hole done in a stroke under par.”

Double birdy is een eagle.
Hoe komen we erbij, behalve via de letterlijke vertaling, om toch in vogels door te denken?
We, dat zijn in dit geval de Amerikanen, hebben verzonnen om bij ‘heel erg goed’, zijnde twee slagen onder par dit te bestempelen als een meer prestigieuze vogel en wel hun nationale vogel, de ‘eagle’.

En bij nog weer beter, nl. drie slagen onder par vinden we het een ‘albatros’. Een meer zeldzame en ook grotere vogel, passend bij een dubbele eagle, dat ook niet zo vaak voor komt. De albatros is meer een Britse term, want de Amerikanen houden om landslievende redenen vast aan ‘double eagle’.

Een eagle op een par-3 en een albatros op een par-4 heet een ‘ace’ of hole in one en kost de gelukkige een rondje voor het hele clubhuis. Maar je kan je voor deze nachtmerrie verzekeren.
Een hole in one op een par-5 noemen we daarentegen ‘grootpraat’ en werd lange tijd zelfs voor onmogelijk gehouden. Er zijn slechts enkele gevallen bekend en de spelers zelf vragen zich nog steeds af of er geen grap met hen is uitgehaald.
Toch hebben golfers ook hier een naam voor en wel ‘condor’.
Zo werden het toch vogels en worden de vogels steeds groter.

Wat weet u van…

HET DUTCH OPEN

Kennis van het HEDEN

Het Dutch Open – In goed Nederlands: de open Nederlandse kampioenschappen voor golfprofes-sionals. Maar amateurs mogen meedoen.

Het oudste internationale toernooi in Nederland werd dit jaar (2021) gespeeld op Bernardus Golf in Cromvoirt. Op de foto overhandigen twee bestuursleden van het Nederlands Golfmuseum de beker aan toernooi-directeur Daan Slooter.

Uiteindelijk mocht de Zweed Kristoffer Broberg de wisselbeker  in ontvangst nemen. Voor het foto-momentje dan, want daarna ging de wisselbeker weer snel naar het Nederlands Golfmuseum.

Door te putten uit het VERLEDEN

Het was dit jaar (2021) de 101e editie in het 109-jarig bestaan van het Dutch Open, dat begon in 1912. Het deelnemersveld was toen nogal bescheiden, zie onderstaande foto:

Het was Robbie van Erven Dorens (Mister Golf) die in de loop der jaren het Dutch Open tot grote hoogten wist te stuwen. Als organisator namens de NGF wist hij grote sponsors (o.a. KLM) aan het tournooi te verbinden, waardoor steeds meer bekende golfnamen als deelnemer naar Nederland kwamen.

100-jarig bestaan

In jaren waarin de wereld in brand stond kon niet altijd worden gespeeld. Het 100-jarig bestaan van de Dutch Open in 2012 is wel herdacht met een cadeau van KLM en TIG Sports aan de organisatie.

Ook de 100e keer dat de Dutch Open werd gespeeld, dat was in 2019, is opgeluisterd met een bijzonder cadeau aan de organisatie: een compositie van de Nachtwacht van Rembrandt van Rijn met elf voormalige winnaars van de Dutch Open. Herkent u Maarten Lafeber en Joost Luiten?

Dutch Open-bekers

De huidige wisselbeker is de derde Dutch Open-beker. De eerste beker van 1912 werd driemaal gewonnen door Henry Burrows, die de beker daarna mocht houden.

Deze ‘Burrows’ beker werd opgevolgd door de ‘Boomer’ beker  die Aubrey Boomer mocht houden na eveneens driemaal winst (zelfs op rij: 1924 -1926).

Bij de derde wisselbeker, de huidige, is besloten dat die nimmer eigendom wordt van een winnaar. En maar goed ook, anders waren we al weer twee bekers verder. De Belg Flory van Donck spant de kroon met maar liefst vijf keer winst.

Er zijn twee Nederlanders die het Dutch Open meerdere keren gewonnen hebben. In 1919 en 1930 was die eer weggelegd voor Dirk Oosterveer. Meer recent wist Joost Luijten de Dutch Open-beker te winnen in 2013 en 2016.

Overigens vond er al een Nederlands kampioenschap plaats in 1896. Dat ging nog tussen spelers van de toen bestaande clubs, de Doornse GC, de Haagsche GC, de Hilversumsche GC en de Kennemer. De winnaar van dit kampioenschap, dat wel wordt gezien als de voorloper van de Dutch Open, was Walrave Boissevain van de Kennemer.