De “moderne” golfbal (vanaf 1914)
In tijden van schaarste werd het inkopen van golfballen centraal georganiseerd. Een van de eerste taken van het in 1914 opgerichte Nederlandsche Golf Comité was het garanderen van de toestroom aan golfballen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Ernest Cremers van de Noordwijksche (opgericht in 1915) trad hiertoe in overleg met de Nederlandsche Overzee Trust Maatschappij, die de strijdende partijen garandeerde dat alle door Nederlandse reders geïmporteerde goederen voor binnenlands gebruik waren. Met succes: golfballen werden door het NGC centraal ingekocht en via een verdeelsleutel over de clubs verspreid.
In de 20e eeuw ontstonden er ballen met meerdere lagen, waardoor fabrikanten de eigenschappen van hun bal nog nauwkeuriger konden bepalen. De huidige generatie ballen bevat vaak een rubberen kern met daaromheen één of meerdere lagen synthetisch materiaal en een vast aantal en patroon van dimples.