Friese School: Jongen met colfstok en bal (1603)

Dit schilderij is een product uit de Friese School, toegeschreven aan Adriaen van der Linde (misschien Wybrand de Geest).

Dit charmante portret van een jongen van drie (!) jaar oud is een van de eerste voorbeelden van een portretschildering van een jongen met een colfclub en een ​​met veren gevulde leren bal (de feathery ball), gebruikt in het Nederlandse spel van het colven. De populariteit van dit spel blijkt uit het aantal schilderijen en tekeningen uit de zestiende en zeventiende eeuw waarin het spel is afgebeeld. Let op de bijzondere vorm van de slof aan het einde van de colfstok.

Het beeld van een kind dat een colfclub vasthoudt en formele kleding draagt, werd in de zeventiende eeuw een bijzonder populair formaat in kinderportretten. Hoewel het spel door volwassenen werd gespeeld, werd het in kinderportretten gezien als een accessoire dat verband hield met mannelijke bezigheden en daarom vooral als een indicatie van het mannelijke geslacht van het jonge kind. Het vroegste voorbeeld van een jongen met een golfclub is bekend uit een tekening naar een verloren origineel schilderij uit 1587, waarop de vierjarige Hugo de Groot te zien is, gevolgd door een vermoedelijk portret van Maurits de Heraugieres, twee jaar oud, geschilderd in 1595 .

Hoewel er geen aanwijzingen zijn over de identiteit van deze jonge jongen, bevestigt elk detail in dit schilderij de rijkdom van zijn ouders en zijn status als kind uit een aristocratisch gezin. Met name zijn kostuum is van de grootste luxe, geïnspireerd op de Spaanse mode van de late 16e eeuw, en vanaf 1600 gedragen in Vlaanderen. De uitvoering van het portret is bijzonder fijn door de gevoelige weergave van het gezicht van de jongen. De techniek van de kunstenaar toont een grote liefde voor detail, met name bij het repliceren van textielpatronen en ornamenten in het kostuum.

De gesteven linnen kraagmanchetten, voorbeeld van een molensteenkraag, zijn afgezet met een decoratief kanten detail, terwijl de riem en de bijgevoegde tas zijn geborduurd met een zorgvuldig ontworpen sierlijk gouden ontwerp. Het handvat van zijn colfstok, dat slechts gedeeltelijk zichtbaar is, is een artistiek hulpmiddel om de mannelijkheid van het kind te benadrukken, dat regelmatig wordt gebruikt in portret-iconografie. Zijn jurk bestaat uit een zwarte brokaatjas, dichtgeknoopt tot de taille, met hangende mouwen en zichtbare touwtjes. De jas wordt gedragen over een geborduurde gele zijden onderrok. Zijn koraalkleurige mouwen hebben decoratieve, diagonale schuine strepen die passen bij de koraalarmbanden om zijn polsen, evenals de koraalzijden voering op zijn zwarte hoed, die ook is versierd met een takje laurierblaadjes en bessen. Koraalstrengen werden niet alleen gedragen ter decoratie, maar ook vanwege hun zogenaamd heilzame vermogen om kinderen te beschermen tegen ‘stuipen en angst’. De toevoeging van laurierbessen kan verwijzen naar de intentie van de ouders om hun zoon in de hoogste mate op te voeden; Griekse geleerden droegen een krans van laurierblaadjes om academische prestaties te tonen, vandaar het woord ‘baccalaureaat’, wat laurierbessen betekent, en laureaten van dichters werden ook gekroond met laurierblaadjes.

Er zijn geen aanwijzingen richting de identiteit van de kunstenaar, maar het kostuum suggereert dat het portret ergens in het noorden van Holland of Friesland is geschilderd. Stilistisch ligt het schilderij dicht bij het werk van een Friese kunstenaar, Adriaen van der Linde (1580 – 1630). Er is weinig bekend over deze kunstenaar, behalve dat hij al in 1595 in Leeuwaarden is geregistreerd. Het schilderij is waarschijnlijk van een kunstenaar die nauw samenwerkt met en beïnvloed wordt door Adriaen van der Linde. Een mogelijkheid is de kunstenaar Hans de Clercq, een leerling van Van der Linde in Leeuwaarden en getrouwd met zijn stiefdochter.