Haskell bal (1898)

In Nederland importeerden clubs, spelers en professionals de gutty’s uit Engeland en Schotland. Op de club konden leden ballen kopen van de professional. Caddies die ballen vonden, probeerden ze regelmatig aan golfers te verkopen.

Maar hiertegen werd opgetreden, bijvoorbeeld door het bestuur van de Haagsche: ‘Het gedrag der caddies is over het algemeen niet gunstig te noemen. Als maatregel tot verbetering wordt besloten dat bestuursleden het recht zullen hebben aan de caddies een boete van hoogstens f 0,10 op te leggen.’

Caddies dienden de ballen in te leveren bij de pro die deze tweedehandsjes tegen een gereduceerd, vastgesteld tarief kon verkopen. Beschadigde ballen kon hij voor eigen rekening tot puntgave exemplaren omvormen.

In 1898 ontwierp een golfer uit Cleveland een nieuw soort bal die zijn naam zou gaan dragen: de Haskell. Coburn Haskell had rubberdraad rond een vaste rubberkern gewikkeld en daarmee was de nieuwe bal geboren. Na een aantal jaren kwam in 1908 het bekende kuiltjespatroon in de bal waarmee de aërodynamica werd geperfectioneerd.

De golfballen-revolutie bereikte Nederland soms op bijzondere manieren. Op de golven van de Noordzee kwamen de nieuwste ballen snel in Nederland aan. Aan de kust bij Callantsoog, waar de privébaan van de families Del Court en Van de Poll gelegen was, spoelden nog wel eens golfballen aan.

Nederlands beste vooroorlogse golfer, elfvoudig amateurkampioen en secretaris van het NGC, Gerry del Court van Krimpen, wist zich dit later nog goed te herinneren:

‘De oude guttie-bal was een floater. Veel werden er in zee of in een burn geslagen, welke na eenigen tijd door de zee te Callantsoog werden aangebracht. Dat dit niet heel veel tijd vorderde, bleek hieruit dat slechts enkele maanden nadat de Haskell bal was verschenen, er reeds een exemplaar te Callantsoog aanspoelde. Toen de moderne ballen niet meer op het water bleven drijven, werd de aanvoer spoedig kleiner en sinds vele jaren is er naar mijn weten geen golfbal meer aangespoeld. Een dertig, veertig jaar geleden werden toch telken jare tusschen de 25 en 50 ballen door strandjutters bij mijn vader aangebracht. De ballen waren meestal nog in zeer goeden staat en velen behoefden zelfs niet overgeverfd te worden.’